Genotmiddelenmisbruik onder leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is hoger dan onder leerlingen van het regulier onderwijs. Tegelijkertijd is er voor deze doelgroep geen specifiek preventieprogramma over genotmiddelen beschikbaar. Veel leerlingen kampen met complexe problematiek: leerstoornissen en/of gedragsstoornissen, vaak gecombineerd met een complexe thuissituatie.
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende methoden. Allereerst is een literatuurstudie uitgevoerd naar de stand van zaken betreffende middelenpreventie gericht op leerlingen van het VSO. Vervolgens zijn in totaal 17 mensen geïnterviewd. De resultaten uit de literatuurstudie en interviews zijn verwerkt in een conceptrapportage, voorzien van voorlopige conclusies en aanbevelingen. Deze zijn tijdens een expertmeeting besproken met acht experts op het gebied van middelengebruik en/of het Voortgezet Speciaal Onderwijs. De resultaten van de expertmeeting zijn eveneens verwerkt in het eindrapport.
Uit dit onderzoek blijkt dat het Schreuder College, in samenwerking met andere organisaties, al veel onderneemt om het alcohol- en drugsgebruik van leerlingen tegen te gaan. Uit het onderzoek komt ook een aantal verbeterpunten in de huidige aanpak naar voren, die de basis vormen voor een aantal aanbevelingen. Een van de aanbevelingen: wat betreft het signaleren van middelengebruik door leerlingen is de rol van docenten cruciaal. Docenten kunnen deze rol echter nog beter oppakken en daarom bevelen wij aan om docenten structureel te trainen in het signaleren van middelengebruik door leerlingen.
20400600005