Probleem uit beleid en/of praktijk
Aanpak woningvervuiling en effectiviteit in de G4
De aanpak van woningvervuiling en het voorkomen van recidieven verschilt per stad. Evidence-based richtlijnen ontbreken. In Rotterdam zijn er bijvoorbeeld jaarlijks twee gevallen van een gedwongen schoonmaak in verband met woningvervuiling en in Amsterdam zouden dit er 100 zijn. Het is niet bekend wat de overige verschillen in werkwijze zijn bij de aanpak woningvervuiling door de GGD-en van de G4. In dit pilot onderzoek getrokken door GGD Rotterdam en de Erasmus Universiteit en ondersteund vanuit het Klein maar Fijn budget van G4-USER wordt de eerste stap gezet voor een vergelijkend onderzoek tussen de vier grote steden naar verschillen in aanpak van woningvervuiling en de effectiviteit ervan.
Aanpak
In een pilot onderzoek is gekeken naar de verschillen in werkwijze met betrekking tot de aanpak van woningvervuiling in de G4 en zijn kengetallen verzameld over het voorkomen van woningvervuiling, aantallen gedwongen ruimingen en inzet van personeel om woningvervuiling aan te pakken. Ook is bij 60 huisvervuilers gekeken naar de effecten van de aanpak in Rotterdam en of er verband bestonden tussen de mate van zelfredzaamheid en het succes van de aanpak.
Opbrengsten
Dit heeft een aantal interessante gegevens opgeleverd. Zie tabel:
Adam Rdam Utrecht Den haag
Aantal meldingen/100.000 inw. 28 36 28 30
Aantal onterechte meldingen 25 (10%) 45 (20%) 11 (10%) 109 (73%)
Aantal recidieven 168 (75%) 10 (5%) 9 (10%) 9 (6%)
Aantal hoarders 21 (10%) 9 (10%) 9 (6%) onbekend
Aantal vrijw. schoonmaakacties 30 60 10 17
Aantal gedw. schoonmaakacties 35 2 7 7
Er blijken grote verschillen te bestaan in aantallen vrijwillige en gedwongen schoonmaakacties en het aantal recidieven. Zo is in Amsterdam het aantal gedwongen schoonmaakacties groter, evenals het aantal recidieven. Dit heeft waarschijnlijk te maken met een verschil in aanpak. In Rotterdam is door middel van een huisvervuilings-observatieschaal gekeken naar het effect van de aanpak en zagen we dat de ernst van de woning gemiddeld afnam, maar niet bij alle betrokkenen. De groep van 60 was te klein om het verband met zelfredzaamheid echt goed te onderzoeken, maar voorlopige resultaten lieten zien dat het verband met zelfredzaamheid niet groot was.
Naar aanleiding van bovenstaande resultaten is er een bijeenkomst geweest van de G4, waarbij professionals die huisvervuiling aanpakken de resultaten hebben besproken. Men vond de gegevens zeer nuttig en vroeg om verdere verdieping hiervan.
204002001-08